Zorgen over zorg (2005)
Moet ik mij schamen ?
Zo langzamerhand krijg je het idee dat je je dient te schamen als je in een verpleeghuis werkt.
In de afgelopen maanden is een ware stortregen van artikelen en TV-programma's op ons neergedaald waarin we allemaal hebben kunnen vernemen dat het er in het verpleeghuis schandalig aan toe gaat.
De bewoners staan niet centraal, ze zijn ondervoed, ze hebben verwaarloosde wonden, ze mogen niet onder de douche, ze mogen niet naar het toilet etc. etc.
De politiek roept er schande van ! Er moet meer toezicht komen van de inspectie, verpleeghuisartsen die niet voldoende zorg (kunnen) leveren moeten in de gevangenis (ideetje van het CDA) of we moeten alle verpleeghuizen maar sluiten (ideetje LPF).
Voor mensen die met hart en ziel werken in de ouderenzorg zijn het b(iz)arre tijden.
Doen we dan helemaal niets goed ?
Ik kan en zal niet ontkennen dat er in een minderheid van de verpleeghuizen wel degelijk misstanden zijn. Degene die het onzalige idee van pyjama-dagen heeft bedacht mogen ze van mij acuut ontslaan.
Gelukkig zijn we ook gewoon goed in een aantal zaken:
- We leveren een schutplaats voor ouderen met complexe problematiek, die veelal in hun laatste levensfase verkeren.
- Hiertoe hebben we de beschikking over speciaal opgeleide artsen, uniek in de wereld.
- We hebben veel disciplines aan boord, en zijn hierdoor in staat om goede zorgdiagnostiek (welke zorg heet iemand nodig) en zorgprognostiek (welke zorg heeft iemand in de toekomst waarschijnlijk nodig) te bedrijven.
- We zijn een expertisecentrum voor revalidatie van ouderen met complexe zorgproblemen (denk aan ouderen met een beroerte, of die net een heupprothese hebben gekregen).
- We zijn al heel lang goed in het leveren van terminale zorg.
Korte historie
Zo'n 25 jaar geleden ontstond het verpleeghuis omdat er in de ziekenhuizen veel patiënten lagen die daar uitbehandeld waren, maar niet meer naar huis terug konden. Dit kostte te veel geld (ja, dat horen we wel vaker ...). Deze patiënten werden nu overgeplaatst naar een nieuw gebouw: het verpleeghuis. Daar liepen geen dure dokters en andere therapeuten.
In de loop van de tijd is het verpleeghuis uitgegroeid tot een instituut waarin zorg en behandeling wordt geboden voor (veelal) ouderen met complexe zorgvragen en problemen. Er kwamen fysiotherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten en speciaal opgeleide artsen om de kwaliteit van de geleverde zorg enorm te verbeteren.
De zorg die de bewoners ontvangen is veelal gericht op het zo goed mogelijk in stand houden (of verbeteren) van de kwaliteit van leven in een levensfase die veelal gekenmerkt is door een dalende levenslijn.
Daarnaast ontwikkelde het verpleeghuis zich tot expertisecentrum op het gebied van intramurale revalidatie van ouderen, een groep die in de revalidatiecentra en bij de revalidatieartsen niet aan bod kwam. In het verpleeghuis kunnen deze mensen in hun eigen aangepaste tempo revalideren, onder begeleiding van een in complexe zorgvragen gespecialiseerd multidisciplinair team.
Dit maakt het verpleeghuis tot een unieke instelling, waarnaar vanuit het buitenland met jaloezie wordt gekeken.
Wat is er toch gebeurd ?
In de afgelopen jaren hebben we een bepaalde ontwikkeling in zorgland mogen meemaken die uiteraard gevolgen heeft gehad voor de verpleeghuiswereld.
- Het opleidingsniveau van de verzorgenden is de laatste jaren dramatisch gedaald. Goed opgeleide verpleegkundigen vertrekken naar het ziekenhuis of de thuiszorg, waar meer carrière perspectieven zijn. Aan de instroom in de opleiding tot verzorgende lijken vrijwel geen eisen meer gesteld te worden. Verder zijn opgeleide mensen duur, dus lopen er veel leerlingen rond, die nog niet voldoende inzicht en bekwaamheid hebben voor de hun toegedichte taken. Dit proces wordt uiteraard versterkt door het slechte imago dat aan het verpleeghuis (en de zorg in het algemeen) kleeft.
- De als maar toenemende bureaucratie en regelgeving in de zorg.
Was het tot voor kort zo dat de patiënt en de arts samen bepaalden wat het probleem was, en hoe dat het beste opgelost kon worden (rekening houdend met de gehele context van de patiënt), nu is het zo dat daarvoor hele bergen papier ingevuld moeten worden, die dan beoordeeld worden door mensen die niet in het werkveld werken. Deze bizarre gang van zaken is ingevoerd om de zorg zogenaamd transparant te maken. Het meest bizarre hieraan is nog wel dat dit zonder slag of stoot door de samenleving is geaccepteerd. Stelt u zich eens voor dat we deze systematiek ook zouden invoeren voor het ziekenhuis: u komt met een blindedarm ontsteking naar de Eerste Hulp, waar niet de chirurg bepaalt of een operatie nodig is, maar een bureaucratisch indicatie-orgaan. De wereld zou te klein zijn (en u zou waarschijnlijk aan een buikvliesontsteking komen te overlijden voordat de aanvraag voor operatie afgehandeld is). - De steeds krapper wordende financiering. Hoewel de zorgzwaarte en de complexiteit van de problematiek van verpleeghuisbewoners de laatste jaren steeds verder toeneemt (mensen kunnen dankzij o.a. meer thuiszorg langer thuis blijven wonen) wordt de vergoeding die het verpleeghuis ontvangt allen nog maar gecorrigeerd voor de inflatie. Bovendien moeten we nu (2005) voor het zelfde geld 1.25 % meer bewoners behandelen dan vorig jaar.
- Indicatie-organen (vroeger de RIO, nu de CIZ) geven in toenemende mate geen (of slechts een tijdelijke) behandelindicatie af voor bewoners. Ook mag alleen behandeld worden voor aan de opname-diagnose gerelateerde problemen. Wordt u dus opgenomen ter revalidatie vanwege een gebroken heup en u krijgt in het verpleeghuis een beroerte, dan mag u geen therapie (van het verpleeghuis) krijgen om uw beroerte te behandelen. Uiteraard krijgt u die therapie wel van ons (arts, fysiotherapeut, ergotherapeut, logopedist, psycholoog, verzorgende), maar geld krijgen we er niet voor.
Nu maakt juist de behandelcomponent dat het verpleeghuis een meerwaarde heeft voor onze bewoners. Als wij niet meer naar ons eigen professionele inzicht behandeling mogen geven, dan rest voor de bewoner enkel nog een bed en basale zorg (eten, drinken, toilet en wassen). - Welzijnsaspekten verdwijnen binnenkort uit de AWBZ, waaruit nu nog het verpleeghuis wordt gefinancierd. Deze kosten worden overgeheveld naar de WMO, die uitgevoerd wordt door de gemeente. Gedachte hierachter is dat welzijn de eigen verantwoordelijkheid is van het individu, niet van de maatschappij (hier horen we de mantra van Jan Peter Balkenende).
Gemeentes bepalen zelf hoe deze wet ingevuld wordt, dit zal dus gaan verschillen per gemeente. Financiële spankracht van de gemeente zal hierbij een belangrijke rol spelen.
Wat zijn nu welzijnsaspekten in het verpleeghuis ? Hierbij kan gedacht worden aan het zorgen voor een zinvolle dagbesteding voor de bewoners (die dit veelal zelf niet vorm kunnen geven). Juist dit is een belangrijk aspekt van de kwaliteit van (het resterende) leven van onze bewoners, die dankzij deze nieuwe regelgeving op de tocht komt te staan. - De vrije markt moet zijn heilzame (??) intrede doen in de zorgwereld. Concurrentie maakt het produkt beter en goedkoper, luidt het paradigma. Zorginstellingen moeten straks winst maken om in leven te blijven. Dit doe je door verliesgevende zorg (lees: het "dure" verpleeghuis of verzorgingshuis) af te stoten en je te richten op winstgevende onderdelen (thuiszorg). Hiertoe is ook een groot marktaandeel van wezenlijk belang: inlijven en fuseren (ter meerdere glorie van de managers ?) is dan ook al een trend. Hoe groter de organisatie, hoe groter het waterhoofd (de zich niet direkt met zorg bezig houdende managers en andere leidinggevenden en bureaucraten) en hoe minder flexibel men inspeelt op lokale gewoontes en gebruiken.
Ben ik paranoïde ?
Dankzij de dubbele vergrijzing is er een toenemende vraag naar zorg voor ouderen. Zorg kost geld, meer zorg kost meer geld.
Het heeft er alle schijn van dat we met zijn allen bedacht hebben dat meer zorg te veel geld kost. In deze tijd van recessie moet er dan ook bezuinigd worden op de ouderenzorg.
Om dit te realiseren is het goed om de publieke opinie ervan te overtuigen dat de (intramurale) ouderenzorg schandalig slecht is georganiseerd en grossiert in mensonterende misstanden. Dat allerlei overheidsbemoeienis mede tot het verslechteren van die zorg heeft geleid laten we dan fijn even buiten beschouwing.
Het beeld nu, dat het allemaal schandalig slecht is in de ouderenzorg, begint al aardig gestalte te krijgen.
Er lijkt sprake te zijn van een goed geregisseerd offensief in de media. Hiermee lijkt de weg ge-effend voor hard ingrijpen. Als het zo slecht is, is het misschien wel beter om het maar af te breken! Goedkoper is dat in ieder geval (voor de overheid wel te verstaan, niet voor de individuele zorgvrager).
Voor de individuele zorgvrager die zijn zorg straks zelf kan betalen is het dan allemaal prima geregeld: je koopt in wat je nodig hebt, desnoods een privé verpleeghuis aan huis.
Voor de (grote) rest, die dat niet kan betalen, blijft niets anders over dan een uitgeklede vorm van zorg: misschien is het ouderwetse armenhuis in de toekomst weer een optie voor hen ?
In een maatschappij die toenemend gericht is op individualiteit en individuele behoeftebevrediging is dat een niet onlogische gang van zaken.
Kan het ook anders ?
Zorg verlenen vereist inzet, energie, toewijding, attitude en ook geld. Goede zorg kost meer geld dan slechte zorg. Willen we als samenleving nu en straks goed voor onze ouderen kunnen zorgen dan moet er geïnvesteerd worden (en niet alleen in geld).
- Ontsla iedereen die onzaligheden als pyjamadagen durft te introduceren. Hier ligt een schone taak ook voor de inspectie gezondheidszorg.
- Maak een principiële keuze: zorg voor ouderen is een collectieve verantwoordelijkheid of laat iedereen zijn eigen boontjes maar doppen (het moge duidelijk zijn hoe ik daarover denk).
- Laat professionals vanuit hun eigen (duur verkregen) kennis en vaardigheden (uiteraard samen met de patiënt/cliënt) bepalen welke zorg voor iemand zinvol is of niet.
- Logisch uit voorgaande volgend: schaf het CIZ af!!!!!
- Stop de alsmaar toenemende bureaucratie, de gekmakende en bijkans paranoïde controlemechanismen die teveel tijd van de werkers in de zorg opsouperen. Vertrouw erop dat wij in de ouderenzorg werken omdat wij gepassioneerd zijn voor ouderenzorg, niet omdat we zoveel mogelijk geld willen opmaken (dan waren we wel wat anders gaan doen)!
- Investeer in het opleidingsniveau van de belangrijkste werkers in de zorg: de verzorgenden. Hier valt veel winst te halen die zich direkt vertaalt in de kwaliteit van zorg aan de cliënt. Beter opgeleid is beter toegerust. Als neveneffekt zal hierdoor de werkbevrediging toenemen, wat het imago van werken in de zorg alleen maar goed kan doen.
- Niet alle zorg is een meetbaar produkt. Gewoon met de bewoner eens een praatje maken is minstens zo belangrijk als onder de douche kunnen, maar wordt in het huidige tijdgewricht gezien als inefficiënt werken ...
Schaam ik mij ?
Nee, ik schaam mij niet voor mijn werk. Wel maak ik mij zorgen over de soms tekort schietende zorg in de ouderenzorg en verpleeghuizen in het bijzonder. Er moet hard gewerkt worden om het tij te keren.
Zorg voor (bijvoorbeeld) mensen met dementie is moeilijk. Toch laten wij als samenleving dit werk doen door laag opgeleid, overbelast en veelal erg jong personeel. Het werk heeft weinig aanzien, wordt slecht betaald en de overheidsfinanciering is mager. Uit alles blijkt dat wij als samenleving de zorg voor mensen met dementie niet waarderen.
Zorg in het verpleeghuis is meestal geen heroïsch succesverhaal, geen verhaal van verbluffende genezing. In het verpleeghuis gaat het om zorg, sterven en dood.
Sterven en dood, ontluistering, dementie: we willen het niet zien, omdat we er niet mee om kunnen gaan. En waar we niet mee om kunnen gaan stoppen we als samenleving weg. Door dit wegstoppen ontstaat een kloof tussen het (ideaal)beeld van de zorg dat we graag hebben en de praktijk van de zorg van alledag. Zorg op maat kan vrijwel niet geleverd worden (alles moet efficënter nietwaar). Dit is frustrerend voor alle werkenden in de zorg en voor hun patiënten.
Iedere samenleving krijgt de zorg die het verdient. Als beschaafd land dienen wij voor onze ouderen te zorgen, zo goed als we kunnen en willen. Afbreken van de verpleeghuiszorg zal hieraan mijns inziens niet bijdragen!
Copyright © 2005 by Flying Sheep Inc.